Nancy en ik hebben onze zoon en schoondochter bezocht in Brazilië. Om specifieker te zijn, Rio de Janeiro. Naast de fantastische familiemomenten die we hebben ervaren, hebben we ook onze ogen uitgekeken in de natuur. Zelfs ín Rio is de natuur nooit ver weg. Bijzondere ervaringen voor mij als vogelliefhebber waren bezoeken aan de botanische tuin. Stel je daar geen parkje bij voor, maar een uitgestrekt gebied, aansluitend aan de jungle rond de stad. Op drie grote borden staan afbeeldingen van vogels die je in het park kunt tegenkomen. Wel, ik heb ze lang niet allemaal gezien, maar de vogels die ik wel zag hebben indruk op me gemaakt. Hieronder staan er een stel.
Allereerst is er de toekan, met de prachtige Portugese naam 'Tucano-de-bicco-preto.' Ik had me al voor de reis voorgenomen om de toekan te fotograferen. Op drie plaatsen ben ik deze vogel tegengekomen. Bij Forte Duque de Caxias, een militair complex aan een uiteinde van Copacabana, bij de watervallen van Iguazu op de grens van Brazilië en Argentinië en dus in de botanische tuin.
Dit is de grote kiskadie. Het informatiebord toont de Braziliaanse naam 'bem-te-vi'. Als dat geen onomatopee is, weet ik het ook niet meer. De roep is onmiskenbaar, hoewel Nancy telkens 'MTV' dacht te horen. Een prachtige gele buik en zwarte strepen over de ogen maken de vogel tot iets bijzonders. Hoewel, je ziet ze relatief veel.
De Jacupemba, in het Nederlands 'witvoorhoofdsjakohoen' zat op een tak schuin boven me en bleef rustig zitten. Voor een amateurfotograaf als ik een buitenkansje.Dit fraaie vogeltje draagt de naam 'tico tico'. Hij (zij?) nam een bad. Geen overbodige luxe op een dag waar de temperatuur al snel richting 34 graden ging. En dat in de lente, 's zomers wordt het nog veel warmer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties