Om 7.30u staan Johan en ik bij Everard voor de deur. We gaan naar het Wierdense veld. Everard kent dit gebied, evenals de Engbertsdijksvenen inmiddels als zijn broekzak. We gaan naar plekken waar de kans op het zien van grauwe klauwieren het grootst is. Ik heb eerder een grauwe klauwier gepost, maar qua contrast in de foto had het beter gekund, zo zei Johan. Johan is wat betreft het waarderen van andermans werk en ook wat betreft het geven van tips een kei. We zijn nog niet lang onderweg of we zien heel in de verte een paar kraanvogels, met het blote oog nauwelijks te onderscheiden van schapen of hooibalen. De verrekijker biedt uitkomst, evenals de 600mm-instelling van de fotocamera. Weinig contrast.. (!) Langs de weg is een strook gras een tijd geleden ingezaaid met bloemzaden. Wat dat doet met biodiversiteit is wonderbaarlijk. Enkele puttertjes doen zich tegoed aan het voedsel. Maar dan wordt het tijd voor de grauwe klauwier. Everard maakt zich enkele zorgen of hij niet teveel beloofd heeft. Dat heeft hij niet. We komen met ons drieën volledig aan onze trekken. Adulten en juvenielen zitten in het struweel van het Wierdense veld. Wat een genot. In tegenstelling van wat je dan zou verwachten, is het aantal broedparen in Nederland niet hoog. We zijn zelf geluksvogels. Tot september kun je grauwe klauwieren nog aantreffen, daarna vertrekken ze weer naar Afrika. We zetten Everard weer thuis af en gaan dan nog even kijken in de Almelose delta. We zoeken roodstaarten, maar vinden ze niet. Wel prachtige vlinders en tjiftjaffen en vogels in en rond het water. De roodstaart horen we overigens wel. Weer een prachtdag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties