woensdag 7 december 2022

Brazilië

Nancy en ik hebben onze zoon en schoondochter bezocht in Brazilië. Om specifieker te zijn, Rio de Janeiro. Naast de fantastische familiemomenten die we hebben ervaren, hebben we ook onze ogen uitgekeken in de natuur. Zelfs ín Rio is de natuur nooit ver weg. Bijzondere ervaringen voor mij als vogelliefhebber waren bezoeken aan de botanische tuin. Stel je daar geen parkje bij voor, maar een uitgestrekt gebied, aansluitend aan de jungle rond de stad. Op drie grote borden staan afbeeldingen van vogels die je in het park kunt tegenkomen. Wel, ik heb ze lang niet allemaal gezien, maar de vogels die ik wel zag hebben indruk op me gemaakt. Hieronder staan er een stel.


Allereerst is er de toekan, met de prachtige Portugese naam 'Tucano-de-bicco-preto.' Ik had me al voor de reis voorgenomen om de toekan te fotograferen. Op drie plaatsen ben ik deze vogel tegengekomen. Bij Forte Duque de Caxias, een militair complex aan een uiteinde van Copacabana, bij de watervallen van Iguazu op de grens van Brazilië en Argentinië en dus in de botanische tuin.


Dit is de grote kiskadie. Het informatiebord toont de Braziliaanse naam 'bem-te-vi'. Als dat geen onomatopee is, weet ik het ook niet meer. De roep is onmiskenbaar, hoewel Nancy telkens 'MTV' dacht te horen. Een prachtige gele buik en zwarte strepen over de ogen maken de vogel tot iets bijzonders. Hoewel, je ziet ze relatief veel.

De Jacupemba, in het Nederlands 'witvoorhoofdsjakohoen' zat op een tak schuin boven me en bleef rustig zitten. Voor een amateurfotograaf als ik een buitenkansje.

Dit fraaie vogeltje draagt de naam 'tico tico'. Hij (zij?) nam een bad. Geen overbodige luxe op een dag waar de temperatuur al snel richting 34 graden ging. En dat in de lente, 's zomers wordt het nog veel warmer.


De maskerwatertiran ('lavadeira mascarada' ) draagt niet voor niets deze naam. De tekening over de ogen  maakt dit schepsel tot een aantrekkelijke verschijning.


Isla Grande is, zoals de naam al doet vermoeden, een groot eiland op enkele uren rijden van Rio de Janeiro. We zijn er vier dagen geweest. Ook daar heb ik vogels (en andere dieren) gespot.


Deze vogel doet het meest denken aan 'onze' kievit. Het is dan ook een kievit, de 'Chileense kievit'.


Erg lang bleef de kievit niet zitten. Een paar vleugelslagen en weg. De foto is niet helemaal scherp, maar toch word ik er zelf blij van.


Op grote afstand zag ik deze visarend. Voedsel genoeg in de wateren rond Isla Grande.



De zwarte gier is een indrukwekkende verschijning. De snavel is puntig en sterk. Een kadaver kan er vakkundig mee worden ontleed.

Over deze vogel kan ik niet veel schrijven. Ik weet de naam niet, noch weet ik welk geluid deze voortbrengt. Ik weet alleen dat ik de vogel prachtig vind. Het rode petje, de blauwe zweem van de veren en de typisch gevormde staart brengen mij ertoe om goed te zoeken naar, om het even, de Braziliaanse of Nederlandse naam...



En dan zou dit de saffraangors moeten zijn.


En heb ik dan alleen vogels gespot? Nee.


Deze diertjes kom je veelvuldig in de jungle tegen. Het zijn penseelaapjes (hoe komen ze er op?), of marmosets.


Bij de watervallen van Iguazu viel deze hagedis te bewonderen. Een Braziliaan zei dat het absoluut geen leguaan is. Het is een lizard!